top of page

Hoe God dwars door de spiegel heen brak

In deel 1 heb ik verteld over pesten en gepest worden en hoe deze gebeurtenissen mij hebben geleid tot een zoektocht naar God en mijn identiteit. Vandaag vervolg ik met het tweede deel over wanneer deze zoektocht precies begon. Mis vooral het derde deel niet!


“Bam! Klikklik”


De badkamer deur viel in het slot en ik draaide mijzelf naar de spiegel toe. Een paar seconden stond ik daar, gefocust op het gezicht dat ik al mijn hele leven kende. Het gezicht waarin ik elk mooi of lelijk plekje aan kon wijzen en elke vorm, kleur en textuur kende die erin was geplaatst.


De angst greep me bij de keel.


Dit was het dan. Het uiterlijk waar ik het de rest van mijn leven mee moest doen. En dat wilde ik niet. Ik wilde het niet accepteren.


“God, ik kan dit gewoon niet meer”, was het eerste wat ik tegen de spiegel zei. “Ik heb zo vaak gebeden om vrijheid van mijn eigen gedachtes. Ik heb ervaren dat U mij door moeilijke tijden heen heeft geholpen. Maar nog steeds sta ik hier met precies dezelfde onzekerheden. Jezus, waarom duurt het zo lang voordat ik die overwonnen heb? Kunt U dit niet veranderen? Of zal ik altijd dat gevoel van verslagenheid bij mij dragen?”

Ik herinner mij dit moment nog steeds als de dag van gisteren.


Negentien jaar was ik. Na een lange stagedag op het familiebedrijf waar ik in Spanje werkte, stond ik uitgeput bij te komen in de badkamer. Zware teleurstelling daalde op mij neer om wat ik in de spiegel zag. Dezelfde imperfecties zaten daar nog steeds te zitten, onvolmaaktheden die ik al jarenlang weg wenste en zelfs weg bad.


Ja, ik bad echt dat bepaalde uiterlijke imperfecties op wonderbaarlijke manier zouden verdwijnen. Niet op een manier waarbij de hemel open zou breken en er een engel zou neerdalen alsof het Assepoesters fee zou zijn, klaar om mij te transformeren in een bevallige prinses. Nee, meer in de trant van op een dag wakker worden en alles Photoshop-gefinetuned zou zijn.


De gebeden die ik op zond kwamen als een boemerang weer terug zodra ik voor de spiegel stond. Ik dacht dat ik zwaar mislukt was. Dat ik anders moest zijn. Dat ik zelfs maar beter niet had kunnen bestaan.


Ik was op het punt gekomen dat ik mijzelf haatte.


Mijn grootste vijand, was ikzelf geworden.

Al deze gedachten waren het gevolg van de pestgebeurtenissen op de middelbare school. De onzekerheden over mijn uiterlijk én innerlijk begonnen de spuigaten uit te groeien. Er waren momenten dat de schaamte zo groot was dat ik niet eens meer in de spiegel durfde te kijken.


"God, U kunt toch met één vingerknip al mijn onzekerheid en schaamte doen verdwijnen en ervoor zorgen dat ik vol zelfvertrouwen de wereld tegemoet kan treden?" zei ik dan gefrustreerd. Dan waren al mijn problemen opgelost en kon ik God en de wereld beter van dienst zijn dan hoe ik er nu aan toe was.


In mijn ogen zag ik een meisje met allerlei lelijke kenmerken en waaraan allerlei dingen veranderd moesten worden. Een nieuw uiterlijk zou het wonder doen. Maar het probleem was helemaal niet mijn uiterlijk.


Het échte probleem zat van binnen: mijn hart en mijn denkwijze waren gebroken.


Terwijl ik voor de spiegel stond, keken de pijn, het verdriet en de beschaamdheid van jarenlang stilzwijgen naar mij terug. Ik zat met duizend vragen en geen antwoorden. Ik liep in kringetjes rond, vast in mijn eigen denkpatronen. Ik had allerlei hoge verwachtingen van mijzelf, van mijn omgeving en van God gevormd, maar die bleken uitputtend te zijn. Iedere dag vertelden posters mij hoe ik eruit moest zien, vertelden magazines hoe ik mij moest gedragen, vertelden muziek en films mij hoe mijn leven eruit zou moeten zien en vertelden sociale media hoe het perfecte leven van een ander eruit zag. Ik voldeed aan niets.


Maar wat dacht God over mij? Wie was ik in Zijn ogen?


Ik had geen flauw idee. Ik wist het antwoord niet.


Terwijl er duizend vragen door mij heen waaiden als een winterstorm, realiseerde ik mij dat ik voor een keuze stond. Of ik blijf het op mijn eigen manier doen, of ik doe het op Gods manier. Ik kan vragen: "Heer, geef mij het uiterlijk wat ik wil", of: "Heer, geef mij het innerlijk wat U wilt".


Het was alsof God dwars door de spiegel heen brak. Ik besefte het. Mijn eigen wegen werkten niet. Wie geloofde ik dat God is? Een God die Zich alleen bemoeit met mijn zielbestemming, of een God Die heel persoonlijk naast mij wil wandelen?


Een God die ik elke dag mijn hart, ziel, verstand én zelfs lichaam kan toevertrouwen?


Spreuken 3:5-6 -“Vertrouw op de Heere met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet.

Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken.”

De nadruk ligt hier niet op welke specifiek pad je precies moet gaan, maar op de relatie tussen jou en God ín de keuzes die je maakt: “Vertrouw je Mij? Ken je Mij? Heb je mij al verteld over de wegen die je gaat? Betrek je Mij erbij?"


Was het echt waar? Kon het werkelijk zo zijn dat God in mij persoonlijk geïnteresseerd was? Kon ik Hem vertellen dat ik zo vreselijk worstelde met wie ik was en hoe ik eruit zag? Kon ik met Hem praten over de obstakels op mijn stage, in mijn studie? Over de dingen waar ik mij zorgen over maakte? Had Hij het gezien in de bus, op het plein, hoe eenzaam ik mij voelde toen ik werd gepest?


Ja. Het kon niet anders dan waar zijn. Het kon maar beter waar zijn, welke andere optie had ik?


Na een poosje in de spiegel gestaard te hebben, besloot ik om alles open te gooien voor God. Fluisterend vertelde ik Hem mijn onzekerheden, wees ze aan in de spiegel. Ik voelde mij opgelaten, beschaamd zelfs om mijn Maker te vertellen wat Hij beter had kunnen doen. Het schoot mij te binnen dat het juister was om Hem te vertellen welke storm er van binnen waaide.


Hij luisterde. En Hij luisterde.


Openheid tussen God, de Schepper van hemel en aarde, en een gewoon meisje. Ik vertelde Hem wat er écht in mijn hart leefde, en Hij luisterde in al Zijn genade.


Hij was het die vol liefde dwars door de spiegel heen brak om mijn aandacht te richten op mijn hart, weg van mijn uiterlijk. Een hart met problemen, zonde en een diepe gebrokenheid. En dat gaf ruimte aan eerlijkheid: onzekerheden die mijn energie, zelfbeeld, keuzes, gedachten en sociale situaties jarenlang volledig geruïneerd hadden, kon ik nu in vertrouwen delen.


Toen ik uitgepraat was, keek ik omhoog. Wat ik zag, was het plafond. De fee van Assepoester was nergens te bekennen, noch de jurk, de koets, de paarden en de lakeien. Het engelengezang bleef uit. Ik keek terug in de spiegel, precies dezelfde Marjon keek terug.


Precies dezelfde Marjon?


Nee. Ik wist diep van binnen: Hij heeft mij gehoord. Vanaf nu op Gods manier. Hij gaat mijn paden weer rechtmaken, zoals Hij belooft aan een ieder die Hem wil leren kennen en vertrouwen.


En zo begon op die dag mijn zoektocht naar waarheid, vrijheid en werkelijkheid. Die dag was de eerste stap in overgave; één van de vele stappen in de zoektocht naar antwoorden over God als Schepper, naar een identiteit en naar een leven als jonge vrouw in de huidige maatschappij. Mijn denkwijze en de gebrokenheid van mijn hart zijn in de jaren erna langzaamaan gaan genezen. Niet in één dag, maar op Zijn tijd en Zijn manier.

 

Hoe is dat gegaan? Lees het laatste deel hier. En jij? Heb jij al open en eerlijk aan Hem verteld wat er in je hart speelt en waar je mee worstelt? Welke vragen heb jij aan Hem? Wat houdt je tegen om Hem te vertrouwen? God wil naar jou luisteren. Hij wil jou Zijn liefde en genezing schenken. Waar wacht je nog op?

WELKOM!

Foto 06-09-2021 21 18 35 (1).jpg

Hey, ik ben Marjon.

Dit blog zijn brieven over de zoektocht en reis die ik maak, die andere mensen om mij heen maken, waarin God niet alleen de Gids, maar ook de reis Zelf is. Deze blogs zijn brieven - Lighthouse Letters - die we onderweg schrijven, in een fles stoppen, in de oceaan van informatie en opinies gooien, in het geloof dat ze op een dag aanspoelen op de kustlijn van jouw leven.

NIEUWSTE BLOGS

ZOEK op >>

bottom of page