
foto door photo-nom
Het gebeurde in het tweede jaar van de middelbare school. Ik weet niet wat me bezielde of wanneer ik er precies mee begonnen was. Het was niet vaak, maar speelde zich af bij vlagen, domweg wanneer het mij inviel.
Ik pestte een meisje.
In de pauze riep ik haar dan na, net hard genoeg zodat zij – én mijn vriendinnen – het hoorde. Het was niet de eerste keer dat ik iemand nariep. Al meerdere keren in mijn leven had ik wel is lelijk gedaan tegen iemand waar andere mensen bij stonden.
Totdat ik zelf werd gepest.
Precies aan het eind van hetzelfde schooljaar waren er foto’s en filmpjes van mij genomen en op social media gezet. Ik weet niet waarom. De school heeft hier snel mee afgerekend, maar in de schooljaren die er op volgden werd ik nog regelmatig geconfronteerd met de pesters en het pestgedrag. Ook dit gebeurde lang niet elke week of elke dag, maar de negativiteit was genoeg om acht jaar lang als een rottend stuk hout in mijn hart te liggen, een stank verspreidend tot in het diepste van mijn ziel.
Acht jaar lang kregen de leugens vrij spel om hun verwoestende werking te doen vanbinnen. Ik vraag mij af: “Als ík de gevolgen van pesten ervaar, wat is dan de impact van mijn pestgedrag geweest op dat meisje? Op die anderen?” Heel even klinkt er een stemmetje in mijn hoofd "Was het niet alleen maar een beetje treiteren dan echt pesten?"
Laten we zo eerlijk en duidelijk mogelijk zijn:
In welke mate dan ook, pesten is verwoestend. Was het maar zo dat pesten niets met je doet en je uitgesproken of uitgetypte woorden met één klik op de knop uit je hoofd kan verwijderen.
Als er eenmaal iets op het internet staat, staat het er feitelijk voor altijd. En zo is het precies met pesten. Als je eenmaal gepest wordt in welke mate en vorm dan ook – fysiek, verbaal of online – dan staan die ervaringen en woorden voor altijd in je geheugen gegrift. Pesten is ALTIJD onrecht en God wil niet dat mensen elkaar onrecht aan doen.
De gevolgen van pesten kunnen immens zijn en een levenslange impact op iemand hebben.
In mijn geval kreeg ik als eerste ‘pleinvrees’, de angst om de pesters tegen te komen in de openbare ruimtes: de gang, de bus, het plein, de aula. De pleinvrees beïnvloedde mijn dagelijks functioneren steeds meer. De angst zelf begon een steeds grotere vijand te vormen in plaats van de pesters an sich. Het verlamde mijn gezonde verstand compleet. Ik begon me te verbergen uit schaamte, kreeg faalangst, vermoeidheidsklachten en ontwikkelde een grote mate van onzekerheid op allerlei gebieden.
Jaar in jaar uit, groeiden allerlei leugens als woekerend onkruid door mijn hele gedachtewereld en belemmerde het mijn dagelijks functioneren. Na acht jaar, op mijn 22e, was ik mijzelf compleet kwijt. Verloren in een wirwar van leugens. Ik wist het gewoon echt niet meer. Mijn hart was gebroken.
Er was iets groters aan de hand.
Het pesten en gepest worden legden allebei een dieper probleem bloot: ik was mijn identiteit op de verkeerde fundamenten aan het bouwen. Wat anderen van mij vonden, hoe anderen op mij reageerden, en hoe ik mijzelf zag, bepaalde wie ik was. Niet wat God over mij zei, maar mijn eigen ideeën had ik bovenaan gezet. Op het moment dat er mensen bleken te zijn die zich negatief over en richting mij uitten, stortte mijn hele wereld en eigenwaarde als een kaartenhuis in ineen. Het was op zand gebouwd.
In gebroken stukken waaierde mijn ziel uiteen, meegenomen en heen en weer geslingerd door de golven van een donkere oceaan waarvan het einde niet in zicht was.
Je verwacht het niet, maar het hart van een pester zit niet vol met zelfverzekerdheid of een echte identiteit. Volgens onderzoek pest een pester vrijwel nooit alleen, omdat hij/zij een meeloper nodig heeft die hem/haar aanmoedigt en bevestigt. Zo ook ik. Ik vond het wel interessant dat mijn vriendinnen lachten om mijn gedrag, en ook al hebben zij mij nooit bewust aangespoord, hun reactie scoorde punten in het goal van mijn eigenwaarde.
Maar als pester zat ik met precies hetzelfde probleem als het probleem van een gepeste: ik bouwde mijn identiteit op de erkenning en bevestiging van mensen, alleen dan via een andere weg. In beide gevallen had ik iets nodig.
Mijn hart had God hard nodig. Zijn verlossing, Zijn vergeving en Zijn genezing.
Maar waar was God? Voor donkere periodes die jij hebt meegemaakt in je leven kan hetzelfde in je opkomen. “Waar was God?” vraag jij jezelf af over de dingen die in het verleden zijn gebeurd. God leek mijlen ver weg. In diezelfde acht jaar was ik serieus in God gaan geloven en een relatie met Hem aan het opbouwen. Maar nu, na die acht jaar? Nu leek het alsof er alleen maar duisternis en gebrokenheid over mijn leven hing.
De schaamte leek als een heet ijzer door mijn ziel en leven heen te branden. “God, als dit is wie ik ben, dan hoeft het voor mij niet.”
Hoop had ik niet meer, het licht werd steeds kleiner in mijn hoofd. Dood, dat wilde ik dan weer niet, want ik had nog genoeg om voor te leven. Maar ik was op. De woorden van mijn ziel, die waren op, langzaam aan het doodbloeden in die koude, donkere oceaan. Psalm 42 was het enige wat ik nog uit kon spreken.
Psalm 42:2 - "Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen,
zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!"
Een van de donkerste periodes van mijn leven brak aan. Was God wel te vertrouwen? Kón ik Hem ooit opnieuw leren vertrouwen, nu ik alleen in stukken dreef op een oneindige oceaan?
Heel langzaam, gestaag maar zeker, kwam er een lichtpuntje tevoorschijn in de verte. Dat lichtpuntje heette Jezus. Hij leek niet van plan weer vlug weg te gaan. Hij bleef.
Jesaja 50:6-8 - "Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan, Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken. Mijn gezicht verberg ik niet voor smaad en speeksel. Want de Heere HEERE helpt Mij. Daarom word ik niet te schande. Daarom heb ik Mijn gezicht gemaakt als hard gesteente, want ik weet dat ik niet beschaamd zal worden. Hij is nabij, die Mij rechtvaardigt."
Nooit was mij dat opgevallen. Jezus weet wat schaamte is. Hij werd er niet door overvallen, zoals ik, maar Hij koos ervoor om het vrijwillig op Zich te nemen. Ik wil mij erdoor verbergen en verstoppen, maar Jezus verstopte zich niet, Hij liet Zich juist zien. Hij wist hoe ik mij voelde. Hij schaamt zich niet voor mij, maar neemt mijn schaamte op Zich. Ik strekte mij uit naar Zijn uitgereikte hand, de enige mogelijkheid om te ontsnappen aan de donkerblauwe dieptes onder mij.
Toen Jezus aan het kruis hing, heeft Hij alle lichamelijke en psychische gevolgen die jij draagt van het leed in jouw leven op Zich genomen. Hij heeft geleden onder datgene waar jij onder hebt geleden. Hij hing aan het kruis, opgeslokt door een oceaan vol met zonden.
Maar waarom zou dat ons nu helpen terwijl dat 2000 jaar geleden heeft plaatsgevonden?
Wel, dat is een keuze die je maakt. Ik heb mij lang het slachtoffer gevoeld van alles wat er was gebeurd. Ik bleef mij focussen op mijn schaamte, verdriet en andere emoties, maar als gevolg daarvan bleef ik mijn bitterheid over God, mensen en het verleden maar voeden en voeden. Ook al waren al deze gevoelens gerechtvaardigd, het doet er niets vanaf dat Jezus Christus alles heeft overwonnen en is opgestaan uit de dood.
“Faith is the art of holding on to things in spite of your changing moods and circumstances.” - C.S. Lewis
Het lege graf van Jezus, Zijn liefde, Zijn toewijding aan ons als mens, heeft mij ervan overtuigd dat God geloofwaardig is. Ook al is er lijden en pijn en zijn er mijn emoties, God is een God Die te vertrouwen is. Ik koos ervoor om Gods woorden en daden aan het kruis te geloven en voor waar aan te nemen. Ik koos ervoor Zijn uitgestrekte hand vast te pakken en nooit meer los te laten.
Waar ik geprobeerd heb om mij te verbergen en weg te vluchten voor mensen, stortte God Zich openlijk en zichtbaar in het lijden van de mensheid, om er weer een weg uit te maken.
Dit is wat mij overtuigt van de relevantie van Jezus’ offer en opstanding voor mijn eigen leven, zélfs 2000 jaar later.
Het schrijven van een artikel als dit kost moeite omdat het herinneringen terugbrengt waar ik niet meer mee geconfronteerd wil worden, en dan worstel ik opnieuw met God, met vragen. Het vertrouwen in Hem was er ook niet opeens, maar groeit stapje voor stapje. Uiteindelijk leg ik mij iedere keer weer neer in deze waarheden, omdat Hij juist op die momenten van overgave genezing, troost en vrede brengt.
Pesten valt nooit te rechtvaardigen, het is kwaad in Gods ogen en ik wou dan ook dat ik nooit dat meisje en die anderen gepest en nageroepen had. Ik zou ook niet durven zeggen dat ik dankbaar ben voor het feit dat ik zelf gepest ben. Maar weet je waar ik wel dankbaar voor ben? Dat God mij heeft te laten zien wie ik als mens ben, Wie Hij als God is en dat ik Hem nodig heb als fundament voor mijn hele dagelijkse leven.
Al deze gebeurtenissen hebben geleid tot een zoektocht naar God als mijn Schepper, naar mijn identiteit en naar antwoorden over het leven als jonge vrouw in deze maatschappij. In deze zoektocht en reis wil ik jou meenemen. Ga je mee? Dan vertel ik je er meer over.